De familie Smits woonde in Achterbos vanaf 1888, toen de jonge Jakob Smits er een boerenhuisje betrok, het latere Malvinahof, waarin zijn weduwe Josine in 1956 overleed. Ondertussen had zijn jonggestorven tweede vrouw Malvina (+1899) er haar thuis gehad, evenals hun kinderen Boby, Marguerite en Kobe. Bovendien had zijn zieke vader er ingewoond, en vanaf 1901 ook zijn derde vrouw Josine.
Uit de collectie van het Jakob Smitsmuseum werden een twintigtal werken geselecteerd - aquarellen, schilderijen, tekeningen, etsen en sculpturen - waarin de familie van de grote kunstenaar weer tot leven kwam. Samen met enkele zeldzame foto's riepen ze iets op van de sfeer tussen Smits en de mensen die hij liefhad.