Een eerste huwelijk
Toen Jakob na zijn buitenlandse avonturen terug thuiskwam, trad hij weer in dienst van Eckhart. Daarnaast had hij ook een eigen decoratieatelier. Hij haalde enkele belangrijke opdrachten binnen. Op 9 juli 1882 trouwde Jakob met Anna Doetje Kramer. Het echtpaar verhuisde naar Amsterdam en kreeg twee dochters: Theodora en Annie.
Jakob aanvaardde een baan als deeltijds leraar in Haarlem om zijn gezin te onderhouden, maar hij was niet gelukkig. De roep van de kunst klonk luider en luider. Hij was voortdurend weg van zijn gezin. Steeds op zoek naar inspiratie voor zijn kunst- en tekenwerk. Hij ging vaak op schildertocht met Albert Neuhuys. Zo kwam hij al een eerste keer in Mol-Achterbos terecht.
Het lesgeven en de decoratieopdrachten vielen hem zwaar. Financieel kreeg zijn gezin het steeds moeilijker. De spanningen liepen op. In de winter van 1885 bereikte de crisis een hoogtepunt. Jakob was doodongelukkig. Hij verliet zijn gezin en trok weer naar Brussel.

Het onbegrip
In het begin van 1886 was Jakob een wrak. Een mislukking als vader en echtgenoot, een job als leraar die geen voldoening schonk en artistieke onrust.
Bovendien was hij totaal berooid. Hij moest zelfs zijn schildermateriaal achter laten omdat hij zijn kamerhuur niet kon betalen in Kinrooi, waar hij tijdelijk verbleef. Jakob stuurde bedelbrieven naar Anna, maar zij weigerde hem te helpen.
Mol-Achterbos
In het voorjaar van 1888 trok Jakob terug naar de Kempen die hij met Albert Neuhuys verkend had. Hij voelde zich aangetrokken tot het prachtige landschap en de mensen die er leefden. Hij besloot voorgoed in Mol-Achterbos te blijven wonen. Jakob was er niet de eerste kunstschilder. Antwerpenaar Charles Claessens was er al een tijdje actief als landschaps- en interieurschilder.
